We zitten middenin het zomerseizoen; beveiligingsorganisaties die evenementen beveiligen kunnen de behoefte nauwelijks vervullen met eigen personeel. Ook in de overige beveiligingstakken gaat het vaste personeel op vakantie en wordt het invullen van het dienstenrooster bijna ondoenlijk, vooral wanneer er ook nog sprake is van ziekteverzuim en ad-hoc aanvragen. Vaak wordt dan van de mogelijkheid gebruik gemaakt om personeel van andere beveiligingsbedrijven of ZZP’ers in te huren.

Controle beveiligingsorganisaties op naleving van de wet

Met de controle op het naleven van de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus (WPBR) zijn belast de ambtenaren, bedoeld in artikel 141, onder b en c, van het Wetboek van Strafvordering (de Politie en de Koninklijke Marechaussee). Dit houdt – kort gezegd – in dat beveiligers worden gecontroleerd op het hebben van de juiste toestemming, namelijk de pas van het bedrijf dat de beveiligingswerkzaamheden uitvoert. Het dragen van het juiste uniform, namelijk het goedgekeurde uniform van de beveiligingsoganisatie waarvoor toestemming verleend is. En controle of de beveiligingswerkzaamheden op de juiste wijze bij de Afdeling Korpscheftaken zijn aangemeld.

Vaak krijgen wij vragen naar aanleiding van een controle die uitgevoerd is. Veelal is er dan gebruik gemaakt van ingehuurde partijen en is er iets fout gegaan bij de aanmelding van de werkzaamheden of de inzet van ingehuurde partijen. Waar staat nu hoe het wel hoort? Dit is terug te vinden in artikel 6 van de BPBR (beleidsregels):

6. Inlenen van personeel door beveiligingsorganisaties

Beveiligingsorganisaties hebben soms extra personeel nodig en lenen personeel in van andere beveiligingsorganisaties. Dat kan, mits aan de reguliere voorwaarden voor het tewerkstellen van personeel is voldaan. Zo dient het ingeleende personeel over een uniform en het legitimatiebewijs te beschikken van de inlenende organisatie. Het is in het belang van de veiligheidssector dat voor de burger en voor de politie duidelijk is welke particuliere beveiligingsorganisatie verantwoordelijk is voor de (uitgevoerde) werkzaamheden. Die duidelijkheid wordt op deze manier bereikt.

Uitzonderingsmogelijkheid uniform- en legitimatieplicht beveiligingsorganisaties:

Denkbaar is dat het dragen van een uniform en legitimatiebewijs van de inlenende beveiligingsorganisatie, gelet op de omstandigheden van het geval, geen reële optie is, bijvoorbeeld vanwege grote spoed bij het inlenen van personeel. In dat geval is inlenen niettemin mogelijk, mits de inlenende beveiligingsorganisatie de politie informeert over het feit dat personeel van een andere beveiligingsorganisatie wordt ingeleend, hoeveel personeelsleden het betreft, alsmede over de manier waarop de verantwoordelijkheden tussen de inlenende en de uitlenende beveiligingsorganisatie zijn georganiseerd. Het gaat hierbij om een uitzonderingssituatie, welke slechts in enkele gevallen, gelet op de omstandigheden van het geval, is toegestaan.

De voorgaande uitzondering op de geldende regels met betrekking tot het te dragen van uniform en legitimatiebewijs van de inlenende beveiligingsorganisatie, kan alleen worden gemaakt indien het een beveiligingsorganisatie betreft van dezelfde categorie zoals bedoeld in artikel 3 onder a tot en met e van de wet. Het kan niet zo zijn dat het door een beveiligingsbedrijf ingeleende personeel een pas en uniform heeft van bijvoorbeeld een bedrijfsbeveiligingsdienst, een geld- en waardetransportbedrijf of een particuliere alarmcentrale.

Inlenen personeel recherchebureaus:

De hiervoor genoemde uitzondering geldt niet voor recherchebureaus. Ingeleend personeel van een recherchebureau zal altijd moeten zijn voorzien van een legitimatiebewijs van het inlenende bureau. De recherchesector is anders van aard dan de beveiligingssector. Vanwege het feit dat recherchebureaus veel met vertrouwelijke (persoons)gegevens werken, is het ad-hoc uitwisselen van personeel, zonder dat wordt voldaan aan de regels met betrekking tot het legitimatiebewijs, niet gewenst.

Beboetbare overtredingen

Indien beboetbare overtredingen geconstateerd worden, wordt dit gemeld aan dienst JUSTIS (Justitiële Uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit en Screening) welke de overtredingen zal afhandelen. De geconstateerde beboetbare overtredingen zullen worden afgedaan met een bestuurlijke boete. In veel gevallen bestaat een overtreding uit meerdere beboetbare overtredingen. Er zal in het geval van samenloop van overtredingen slechts één boete worden opgelegd. In het geval van meerdere overtredingen zonder deze samenloop, wordt iedere beboetbare overtreding afzonderlijk beboet. Een voorbeeld van een samenloop van overtredingen:

Beveiligingsbedrijf X huurt ad-hoc ZZP’er A in om ’s nachts een bouwput te beveiligen. ZZP’er A heeft geen eigen vergunning en geen toestemming van de Korpschef om beveiligingswerkzaamheden voor bedrijf X te verrichten. ZZP’er A heeft wel toestemmingen om werkzaamheden te verrichten voor de bedrijven P, Q, R en S. Als bedrijf X, ZZP’er A de werkzaamheden laat verrichten, wordt Artikel 7 tweede lid WPBR overtreden, dit is het verbod personeel te laten werken zonder voorafgaande toestemming van de Korpschef. Dit valt samen met het niet bij zich dragen van het verstrekte legitimatiebewijs, Artikel 9 achtste lid WPBR en het niet bij zich dragen van een juist legitimatiebewijs, Artikel 13 RPBR (regeling). De laatste twee overtredingen volgen rechtstreeks uit de eerste. De bestuurlijke boete zal dan ook gegeven worden op grond van het overtreden van Artikel 7 tweede lid WPBR. Dit is een boete uit categorie 1 en zal de eerste keer beboet worden met een boete van
€ 2.000,-.

Vooraf voorkomen, is beter dan genezen!

Bij het inhuren van partijen kan er dus al snel een hoop mis gaan. Een overtreding is al snel gemaakt; een inhuurkracht een uniform aan laten trekken van de inhurende partij zonder de toestemming voor deze organisatie is een overtreding van Artikel 9 eerste lid WPBR.

We kunnen ons voorstellen dat wet- en regelgeving niet altijd even duidelijk en helder zijn voor degene die deze moeten volgen. Advies vooraf kan een hoop stress, buikpijn en hoge boetes voorkomen. Voor vragen of begeleiding vooraf, kunt u natuurlijk altijd contact met ons opnemen.

Let op! U verlaat de site facily LAW Mediation! X Doorgaan