Finale kwijting in de vaststellingsovereenkomst
Iedereen die weleens een vaststellingsovereenkomst (een contract waarin partijen afspraken op schrift stellen om een geschil op te lossen of om een mogelijk geschil te voorkomen, kort gezegd ook wel “VSO” genoemd) heeft gelezen, is waarschijnlijk de regel “partijen verlenen elkaar finale kwijting over en weer” (of woorden van die strekking) tegengekomen. Door het opnemen van deze afspraak willen de partijen bij de vaststellingsovereenkomst voorkomen dat er op een later tijdstip nog een discussie ontstaat, bijvoorbeeld omdat een werknemer vindt dat zijn werkgever niet voldoende loon heeft uitbetaald, of omdat de verkoper van een bedrijf toch nog een vergoeding wil voor de overdracht van zijn goodwill. Zo kunnen partijen na het tekenen van de vaststellingsovereenkomst met een gerust hart verder gaan met hun bedrijf, hun nieuwe baan enzovoorts. Tenminste, dat is de verwachting die partijen bij een finale kwijting hebben. In de praktijk blijkt echter dat een finale kwijting niet altijd finaal hoeft te zijn.
Voorbeeld van finale kwijting die niet finaal bleek te zijn
Op 19 september 2017 heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch geoordeeld dat een werknemer na het ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst met finale kwijting nog een vordering op haar ex-werkgever kon instellen. De casus is als volgt. Een werknemer en werkgever sluiten in 2011 een vaststellingsovereenkomst om het dienstverband te beëindigen. In de onderhandelingen voorafgaand aan de vaststellingsovereenkomst stelt de werknemer als eis dat de door de werkgever aangeboden pensioenregeling na het einde van het dienstverband op basis van het eindloon wordt voortgezet. Werkgever gaat daarmee akkoord, echter in de vaststellingsovereenkomst wordt de eindloonregeling niet opgenomen. Wel is in de vaststellingsovereenkomst opgenomen dat na ondertekening geen verplichtingen meer tussen partijen bestaan uit hoofde van enige pensioenvoorziening.
De werknemer vordert vervolgens in een gerechtelijke procedure de benodigde bedragen om alsnog de pensioenaanspraken aan te kunnen kopen. Het gerechtshof neemt in haar beoordeling van de casus mee, dat de finale kwijting in de vaststellingsovereenkomst te algemeen is omschreven (ondanks het feit, dat de pensioenvoorziening met name in de vaststellingsovereenkomst is genoemd!) en dat het de verantwoordelijkheid van de werkgever is, mede omdat hij degene is die de vaststellingsovereenkomst heeft opgesteld, om de voortzetting van de pensioenvoorziening duidelijk te omschrijven. Het gerechtshof heeft het beroep van de werkgever op finale kwijting afgewezen en veroordeelde de werkgever tot het betalen van de vordering.
Neem nooit zomaar een algemeen beding van finale kwijting op!
Zoals uit de uitspraak van het gerechtshof blijkt, kan een werkgever zich niet veilig wanen met het opnemen van een algemeen beding van finale kwijting in een vaststellingsovereenkomst. Het is belangrijk dat alle afspraken die tussen werkgever en werknemer gemaakt worden in de vaststellingsovereenkomst worden weergegeven, zodat er echt geen ruimte bestaat voor een andere interpretatie.
Indien je als ondernemer ook een vaststellingsovereenkomst op moet stellen, doe je er goed aan om niet een algemeen voorbeeld van internet te halen, maar om dit door een ervaren jurist te laten doen. Bij facily LAW hebben wij ervaring met dit soort overeenkomsten en wij zijn bedacht op mogelijke valkuilen. Neem voor meer informatie – vrijblijvend – contact met ons op.