Als ik met mijn internationale collega’s spreek over Europese aanbestedingsprocedures binnen de facilitaire dienstverlening, dan zie ik veelal onbegrip hoe wij het in Nederland aanpakken. Het is een feit dat wij in Nederland de regels veel strikter toepassen dan de landen om ons heen. Daar verbaas ik mij dan ook wel over. En door de striktere toepassing van de regels lijkt het wel of wij in Nederland veel meer discussies hebben met aanbestedende diensten dan in de landen om ons heen. Je zou kunnen zeggen dat de strikte toepassing van de regels zich tegen het proces keert.
Ondanks de strikte toepassing van de regels, lijkt het wel of de werknemers – en in het verlengde daarvan ook werkgevers – een vergeten onderdeel zijn binnen de aanbestedingen. Ik zeg met nadruk “lijkt” omdat ik weet dat het niet altijd zo is. De bescherming van de werknemers is vaak wel ver te zoeken.
Ik zie in de Nederlandse praktijk dat aanbestedende diensten de personele consequenties nadrukkelijk uitsluiten van hun aandacht. Ze verwijzen vaak naar de marktpartijen om dit verder uit te werken of zelfs uit te knokken. In de Nota van Inlichtingen wordt met grote regelmaat de vraag met de strekking “deelt de aanbestedende dienst de mening dat personeel overgenomen moet worden” beantwoord worden dat “het aan de inschrijvers is dit te bepalen”.
Dit antwoord komt mij over als strijdig met de zorgplicht van de Nederlandse overheid. De Nederlandse overheid moet in mijn ogen rekenschap houden met de gevolgen voor werknemers bij aanbestedingen. De overheid heeft immers de code “verantwoordelijk marktgedrag” medeondertekend.
Begrijp me goed, ik pleit er niet voor dat alle aanbestedingen tot een standaard situatie van overgang van onderneming zouden moeten leiden. Ondernemingen moeten immers binnen de beperkingen van het programma van eisen vrij kunnen zijn in de inrichting van de dienstverlening. Daarnaast komt het voor dat een aanbestedende dienst het programma van eisen zodanig dichttimmert dat een inschrijver gewoonweg niet toekomt aan het overnemen van het personeel van een verliezende partij. Dat zie je in aanbestedingen waarbij er op voorhand al een verlaagd plafond in het budget wordt toegepast.
De aanbestedende dienst kan wel bepalen dat de inschrijvers rekenschap met de gevolgen voor de werknemers moeten houden. En met rekenschap bedoel ik dan ook instructie geven om in de letter en geest van de code te handelen voor wat betreft de personele consequenties. Het simpel wegwuiven van de verantwoordelijkheid door de overheid past niet in de door de overheid getekende code.
Gelukkig zie ik in de praktijk dat er overheidsdiensten, onderwijsinstellingen en ZBO’s zijn die al meer rekenschap houden met de werknemers op een contract. Maar wij zijn er nog niet. Bij aanbestedingen zouden aanbestedende diensten zeker meer instructies of zelfs standpunten mogen innemen om de rechten van de werknemers, die elke dag hun uiterste best doen om goede kwaliteit te leveren, te waarborgen. Er is op dit terrein dus nog heel veel te winnen.